Beroepsprofiel van de ACT therapeut

Beroepsprofiel van de ACT therapeut, ACT Therapeuten Register Nederland

Beroepsprofiel van de ACT therapeut in Nederland

Hulpverleners moeten, in zijn algemeenheid, over een aantal competenties beschikken om hun beroep op een voldoende niveau uit te kunnen oefenen. Het minimale niveau van deze competenties doen zij, als het goed is, op in een bacheloropleiding (bijvoorbeeld HBO maatschappelijk) of een academische opleiding, eventueel met post-academische nascholing (bijv. GZ-psycholoog). De competenties worden vervolgens verder ontwikkeld en versterkt door praktijkervaring, nascholing, intervisie en/of supervisie. Over welke competenties een hulpverlener precies moet beschikken hangt af van het werkveld en de doelgroep van de hulpverlener alsmede het niveau waarop de hulpverlener opereert (bijvoorbeeld ook op aansturend- of beleidsniveau). In Nederland zijn duizenden hulpverleners werkzaam als relatietherapeut. Desondanks worden in Nederland voor het beroep relatietherapeut nergens duidelijke competenties onderscheiden en beschreven. Ook een eenduidige en concrete definitie van het beroep lijkt te missen. Het opstellen van een competentieprofiel voor het beroep relatietherapeut is om verschillende redenen van groot belang. In paragraaf 1 wordt dit nader omschreven. In dit document wordt daarom een start gemaakt met het beschrijven van de competenties voor het beroep relatietherapeut. De keus voor deze competenties zal worden onderbouwd en zal specifiek zijn voor de context van de Nederlandse hulpverlening. Op basis van dit beroepsprofiel wordt onder een apart hoofdstuk een opleidingsprofiel uitgeschreven waaraan opleidingen in Nederland idealiter zouden moeten voldoen om volwaardige professionals op te leiden. Je vindt dit hoofdstuk onder Opleidingsprofiel in het menu.

1. Belang van een competentieprofiel voor de ACT therapeut

Relatietherapie kan vergaande consequenties hebben voor het functioneren van mensen. Zowel de geestelijke als lichamelijke gezondheid van partners heeft een direct verband met de kwaliteit van hun huwelijk (zie bijv. Choi et al., 2016). Hoe beter de onderlinge relatie, hoe beter de lichamelijke en geestelijke gezondheid van beide partners. Andersom geldt hetzelfde: partners in een conflictueuze of anderszins onbevredigende relatie hebben een grotere kans op gezondheidsproblemen, zoals hart- en vaarziekten, en maar liefst een 25 keer zo grote kans op het oplopen van een depressie (zie bijv. Goldfarb & Trudel, 2019). Ook het welzijn van thuiswonende kinderen is sterk verbonden met de kwaliteit van het huwelijk of partnerschap van hun ouders. Hoe slechter de kwaliteit van de relatie tussen partners, hoe groter de kans dat een kind bijvoorbeeld depressieve klachten ontwikkelt (Tian et al., 2022). Het verminderen van problemen in de partnerrelatie en het voorkomen van toekomstige problemen lijkt dan ook van essentieel belang voor zowel het geestelijke als lichamelijke functioneren van partners als hun kinderen. Een competente relatietherapeut die hier een bijdrage aan kan leveren bespaart daarmee niet alleen veel persoonlijk leed in relaties en gezinnen, maar bespaart ook de gezondheidszorg een heleboel kosten voor de hulp aan individuele partners en kinderen. Met de grote druk die er staat op de gezondheidszorg, met name de jeugdhulpverlening, lijken competente relatietherapeuten dan ook broodnodig. Treffen cliënten daarentegen een professional die het beroep relatietherapeut niet voldoende competent uitvoert, dan kan diens hulp weinig effectief zijn of, erger nog, bij cliënten relationele, financiële en/of psychische schade veroorzaken. We kunnen daarbij niet zomaar aannemen dat de competenties van de bachelor of Master opgeleide hulpverlener, zoals hij of zij deze in diens opleiding heeft aangeleerd, volstaan als het gaat om het uitoefenen van het beroep relatietherapeut. Bachelor of Master studies in de sociale sector leiden bijna uitsluitend professionals op die hulp verlenen aan individuen. Daarnaast is het vaak zo dat de therapeut in eerste instantie alleen onder begeleiding of toezicht cliënten begeleidt, via een stage of nascholing, voordat men zelfstandig werkt met individuele cliënten. Afhankelijk van hun vooropleiding kan het bovendien zo zijn dat ze aanvullend nog over een diploma ‘psychosociale basiskennis’ (PSBK) moeten beschikken om op verantwoorde wijze hun werk te kunnen doen.

Het werk van de relatietherapeut is echter complexer dan het werken met individuele cliënten. De relatietherapeut werkt immers met twee personen in plaats van één. De relatietherapeut heeft daarbij te maken met de interactie tussen deze twee personen en de problemen die daarin tot uiting komen dan wel daardoor worden veroorzaakt. De relatietherapeut moet dan ook zowel intrapersoonlijke (binnen de persoon) als interpersoonlijke (tussen personen) processen managen, en daarin verandering stimuleren. Het feit dat een competente relatietherapeut potentieel veel positieve invloed uitoefent en een incompetente relatietherapeut relatief veel negatieve invloed, noodzaakt dat het duidelijk moet worden wat iemand die dat beroep uitoefent nu precies moet weten en kunnen. Het onderscheiden van competenties aan het beroep relatietherapeut kan dan ook worden gezien als een belangrijke manier om de cliënten te beschermen, en ervoor te waken dat deze hulp van een goed niveau ontvangen (Dimmick et al., 2022).

Van een competentieprofiel gaat, op verschillende manieren, een beschermende werking uit. Een competentieprofiel maakt het bijvoorbeeld voor opleiders mogelijk om relatietherapeuten op een gerichte en systematische wijze op te leiden. Het is dan immers bekend aan welke competenties gewerkt moet worden. De huidige situatie in Nederland is dat relatietherapeuten hun kennis en vaardigheden opdoen door het volgen van verschillende korte cursussen die allemaal hun eigen leerdoelen kennen, door te experimenteren in de praktijk, door intervisie en supervisie, en/of door het lezen van boeken. Alhoewel dat een goed resultaat kan opleveren in termen van competenties, is het een weinig gerichte manier om het beroep van relatietherapeut onder de knie te krijgen. In hoeverre dat lukt hangt bovendien sterk af van de subjectieve interesses en keuzes in scholingsmogelijkheden van degene die relatietherapie geeft of wil geven. Het is simpelweg onduidelijk of iemand de ondergrens heeft behaald als het gaat om de competenties van een relatietherapeut omdat hier niet systematisch aan is gewerkt en niet wordt geëvalueerd of men in voldoende mate deze competenties beschikt. Dit brengt verschillende risico’s met zich mee, zoals het feit dat er mensen zijn die het beroep van relatietherapeut uitoefenen terwijl ze hiervoor niet over de benodigde competenties beschikken. Men presenteert zich als relatietherapeut niet omdat men daarvoor de juiste competenties heeft, maar omdat men het leuk vindt om met stellen te werken en wellicht de eigen competenties flink overschat. De kwaliteitsverschillen tussen degenen die zich relatietherapeut noemen zijn dan ook groot. Voor potentiële cliënten en andere partijen maakt dat het ook lastig om, als het gaat om aanbieders van relatietherapie, kaf en koren van elkaar te scheiden.

Wat hierbij niet meehelpt is dat de titel ‘relatietherapeut’ geen beschermde titel is, iedereen kan zich zo noemen. Overigens kampen wel meer professies binnen de hulpverlening met dit laatste probleem, zoals bijvoorbeeld psychologen. Het lijkt er echter op dat, doordat duidelijker is wat de competenties zijn van een psycholoog en de opleidingen hiervoor eenduidiger zijn, er minder bedoeld dan wel onbedoeld misbruik wordt gemaakt van de titel ‘psycholoog’.

Een opleiding die is gebaseerd op een duidelijk competentieprofiel met daaraan hangend diploma helpt cliënten ‘het kaf van het koren te scheiden’, en maakt het ook naar andere partijen duidelijk dat er sprake is van een relatietherapeut die relevante competenties in elk geval op een acceptabel niveau beheerst.

Op dit moment wordt relatietherapie niet vergoed door zorgverzekeraars. Zo nu en dan wordt echter door verschillende partijen geopperd om relatietherapie wel te vergoeden, bijvoorbeeld in geval van een (dreigende) vechtscheiding. Het zal voor de instanties dan duidelijker zijn welke relatietherapeut kan worden gezien als competent, en dus vergoed zou kunnen worden.

2. Competentiedomeinen specifiek voor de ACT therapeut in Nederland

Kijkend naar instellingen voor (geestelijke) gezondheidszorg in Nederland, kan worden geconcludeerd dat, om voldoende gekwalificeerd te zijn om professionele hulp te geven, minimaal een bachelor diploma in de sociale sector vereist is. Denk aan een bachelor diploma sociaal werk, maatschappelijk werk of (toegepaste) psychologie. Om het beroep relatietherapeut op een verantwoorde manier uit te kunnen oefenen kan dan ook worden gesteld dat hulpverleners die het beroep relatietherapeut ambiëren, minimaal over een bachelor-diploma in de sociale sector moeten beschikken en enige ervaring moeten hebben met de begeleiding van individuele cliënten. Afhankelijk van hun vooropleiding kan het bovendien zijn dat ze aanvullend nog over een diploma ‘psychosociale basiskennis’ (PSBK) moeten beschikken om op verantwoorde wijze hun werk te kunnen doen. Met dit diploma en deze ervaring beschikken ze, zo mag worden aangenomen, over de competenties van het hulp verlenen aan individuele cliënten in een bepaald domein die kampen met problemen van een bepaalde mate van complexiteit. We kunnen deze competenties aanduiden als ‘algemene therapeutische competenties’ (zie tabel 1). Gesteld kan worden dat deze de opstap vormen voor het beroep van relatietherapeut. Oftewel, we bezien het in voldoende mate beschikken over deze competenties als een ingangseis voor een volwaardige opleiding tot relatietherapeut. In de opleiding tot relatietherapeut worden deze algemene therapeutische competenties vervolgens verder ontwikkeld voor het werken met stellen. Ze vallen daar onder de competenties Professioneel handelen als relatietherapeut en Assessen van interpersoonlijke processen (zie tabel 1).

Tabel 1. Algemene therapeutische competenties 

Gebaseerd op wat de Nederlandse Vereniging voor Gezins- en Relatietherapie (NVRG, 2020) en de American Association of Marital and Family Therapy (AAMFT, 2004; de grootste beroepsvereniging van relatie- en gezinstherapeuten in de VS) hierover zeggen, zijn dat de volgende: 

  • Kent de meest voorkomende psychische problemen en de symptomen die daarbij horen, alsmede de factoren die hierin een rol spelen en de gevolgen die psychische problemen kunnen hebben voor het functioneren van een cliënt. 
  • Past voor de professie relevante wettelijke en ethische kaders toe op de eigen werkwijze en het contact en de samenwerking met cliënten en andere professionals. 
  • Is in staat een werkrelatie aan te gaan, op te bouwen en te beëindigen met een cliënt. Meer concreet houdt dit in dat men: o beschikt over de communicatieve vaardigheden die nodig zijn voor het aangaan, opbouwen en onderhouden van een werkrelatie met een client 
    • in staat is een veilig emotioneel klimaat te creëren voor de cliënt 
    • de cliënt kan motiveren 
    • de cliënt een perspectief op verbetering kan bieden 
    • aan de hand van feedback de werkrelatie kan bijsturen 
    • samen met de client doelen voor therapie vaststelt en afstemt welke behandeltechniek/methode gebruikt wordt. 
  • Kan vormgeven aan de start, voortgang, en het einde van het proces van therapie, inclusief de intake, evaluatie, en het timemanagement dat hiervoor nodig is. 
  • Maakt gebruik van supervisie en intervisie om de kwaliteit van het eigen handelen en werkwijze te verbeteren 

We baseren de meer specifieke competenties van de relatietherapeut in de Nederlandse context ook op de competenties die de NVRG en de AAMFT onderscheiden. Nu is het echter te eenvoudig om een of beide van deze competentieprofielen klakkeloos over te nemen of te integreren voor de relatietherapeut in Nederland. De competenties zoals beschreven door de NVRG1 en AAMFT2 gaan over het beroep van relatie- en gezinstherapeut. Wij zijn echter op zoek naar de competenties voor de relatietherapeut, niet per se de gezinstherapeut (alhoewel de competenties van beide beroepen sterk zullen overlappen). Gaat het om het competentieprofiel van de AAMFT dan speelt ook het verschil in structuur van de geestelijke gezondheidszorg tussen Nederland en de VS een rol. In de VS worden van hulpverleners andere competenties gevraagd dan in Nederland. In de VS heeft het beroep relatie- en gezinstherapeut bovendien een andere status in de gezondheidszorg. Meer specifiek beschouwt de federale regering in de VS relatie- en gezinstherapeuten als behorende tot de vijf belangrijkste professionals in de geestelijke gezondheidszorg (andere vier zijn: psychiaters, klinisch psychologen, klinisch sociaal werkers, psychiatrisch verpleegkundigen). Gezonde relaties met de mensen om je heen, met name je partner en andere gezinsleden, worden door de regering bezien als essentieel voor een goede geestelijke gezondheid.

Toegepast op de Nederlandse context kunnen, op basis van de AAMFT en het NVRG competentieprofielen, in grote lijnen, de volgende vier domeinen van competenties worden onderscheiden als het gaat om de relatietherapeut in Nederland:

Professioneel handelen als relatietherapeut: de relatietherapeut heeft een onderbouwde visie op relatietherapie en baseert zijn of haar handelen op wetenschappelijke kennis van partnerrelaties en evidence-based methoden voor relatietherapie. De relatietherapeut handelt bovendien conform wettelijke regelingen en ethische grenzen die van toepassing zijn op zijn of haar eigen functioneren en dat van individuele partners en stellen. Daarnaast reflecteert de relatietherapeut op zijn of haar professionele ontwikkeling, en investeert in die ontwikkeling.

Assessen van interpersoonlijke processen: de relatietherapeut brengt, op systematische wijze, de status van de relatie in kaart, inclusief problemen en sterke kanten, alsmede de gevolgen hiervan voor de relatie en eventueel aanwezige kinderen. In samenspraak met cliënten worden op basis hiervan therapiedoelen geformuleerd en een (voorlopige) evidence-based aanpak of behandelplan opgestart. Daarnaast monitort en evalueert de relatietherapeut de voortgang van een stel in termen van therapiedoelen, als ook de onderlinge samenwerking en aanpak en gebruikt hij of zij de informatie daaruit om het therapietraject en het eigen handelen en aanpak daarin bij te sturen.

Communiceren in de context van relatietherapie: de relatietherapeut beschikt over communicatieve vaardigheden om zowel de intrapersoonlijke processen van partners als de interpersoonlijke processen tussen partners zodanig te managen dat therapiedoelen kunnen worden bereikt. Hij of zij creëert daarmee een gevoel van veiligheid in de sessie, en stimuleert openheid en gelijkwaardigheid tussen partners.

Relatie-therapeutische interventies selecteren en inzetten: de relatietherapeut zet evidence-based en bij een stel passende psycho-educatie, technieken en oefeningen in met de bewuste intentie om partners beter om te leren gaan met hun gevoelens, behoeften, grenzen en onderlinge verschillen in relatie tot elkaar, teneinde de therapiedoelen te bereiken.

Opgemerkt moet worden dat competentiedomein 3 en 4 met elkaar kunnen overlappen. Dat wil zeggen, praktisch elke vorm van communicatie van de relatietherapeut (competentiedomein 3) beïnvloedt het gedrag, gedachten en emoties van partners, en kan daarmee ook worden gezien als een interventie (competentiedomein 4). Het onderscheid ligt er hierin dat het competentiedomein ‘Communiceren in de context van relatietherapie’ competenties bevat die in praktisch elke sessie in relatietherapie worden ingezet. Denk aan het vermogen tot meerzijdige partijdigheid. Bij competentiedomein 4 is dit anders. Hier selecteert de relatietherapeut heel bewust de bij een stel en therapiedoel best passende evidence-based interventies. Deze zijn vaak uniek voor een bepaalde sessie in het traject van relatietherapie en/of voor een bepaald stel. Anders dan competentiedomein 3 wordt competentiedomein 4 bovendien gekleurd door de specifieke systeemtheoretische of andere theoretische stroming met de daaraan hangende werkwijze en interventies die de relatietherapeut omarmt. Op basis van bovenstaande competentiedomeinen en de beschrijvingen daarvan valt een definitie te geven van het beroep relatietherapeut in Nederland (zie kader).

Definitie ACT therapeut in Nederland

De ACT therapeut in Nederland is een professional met een bachelor of master diploma in de psychologie, geestelijke gezondheidszorg of een gerelateerde discipline, die gespecialiseerd is in Acceptance & Commitment Therapy. Deze therapeut heeft ervaring opgedaan in het begeleiden van individuele cliënten en heeft zich via gespecialiseerde vervolgopleidingen, intervisie en supervisie bekwaamd in ACT. De kernactiviteiten omvatten het systematisch in kaart brengen van psychische problemen en uitdagingen van cliënten, het toepassen van ACT op een methodische wijze om cliënten te helpen bij het ontwikkelen van vaardigheden voor het accepteren van negatieve gedachten en gevoelens, het inzetten van communicatieve vaardigheden en evidence-based technieken om zowel de intrapersoonlijke processen (bijvoorbeeld het omgaan met eigen gedachten en gevoelens) als de interpersoonlijke processen (zoals communicatie en interactie met anderen) te beïnvloeden en te beheren, en het bereiken van therapiedoelen door het bevorderen van psychologische flexibiliteit, zelfacceptatie en effectief actie ondernemen in overeenstemming met hun persoonlijke waarden en doelen. De ACT therapeut in Nederland handelt conform morele, professionele en wettelijke kaders en reflecteert voortdurend op zijn of haar handelen, waarbij aanpassingen worden gemaakt indien nodig.